1 Chronicles 23

‘De Here, uw God, is zeer goed voor u,’ verklaarde hij. ‘Hij heeft u vrede gegeven met de omringende landen die ik heb veroverd voor de Here en zijn volk. 1Doe daarom uw uiterste best de Here, uw God, in alles te gehoorzamen en begin met de bouw van de tempel van de Here. Dan kunt u binnenkort de ark en de andere heilige voorwerpen daarin onderbrengen.’ 2

De Levieten, dienaars in de tempel van God

3Toen David dit alles zei, was hij al erg oud. Dat was voor hem reden troonsafstand te doen ten gunste van zijn zoon Salomo. 4Voordat het echter zover was, riep hij alle leiders van Israël bijeen, evenals de priesters en de Levieten. 5Hij liet een telling houden onder de mannen van dertig jaar en ouder van de stam van Levi. De uitkomst bedroeg achtendertigduizend mannen. 6
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 23:5.
7
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses 1.Krøn. 23:4-5.
‘Van hen moeten vierentwintigduizend toezicht houden op het werk aan het huis van de Here,’ besloot David, ‘zesduizend moeten ambtenaren en rechters worden, vierduizend worden tempelwachters en de andere vierduizend moeten de Here prijzen met de muziekinstrumenten die ik daarvoor heb gemaakt.’
8Daarna verdeelde David hen in drie grote groepen, die werden gevormd naar families van de zonen van Levi: de Gersomfamilie, de Kehatfamilie en de Merarifamilie. 9De groepen van de Gersomfamilie werden genoemd naar diens zonen Ladan en Simi. 10
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 23:9.
11
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses 1.Krøn. 23:8-9.
Deze groepen werden in zes kleinere groepen verdeeld, die de namen kregen van de zonen van Ladan: Jechiël, de leider, Zetam en Joël, en van de zonen van Simi: Selomit, Chaziël en Haran.
12
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 23:11.
13
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses 1.Krøn. 23:10-11.
De families van Simi werden naar zijn vier zonen genoemd: Jachat, die de belangrijkste was, Zina, Jeüs en Beria. Deze laatste twee vormden samen één familie, omdat geen van beiden veel zonen had.

14De Kehatfamilie was onderverdeeld in vier groepen, genoemd naar zijn zonen Amram, Jishar, Chebron en Uzziël. 15Amram was de vader van Aäron en Mozes. Aäron en zijn zonen kregen de heilige taak toebedeeld voor altijd de offers van het volk aan de Here te offeren, de Here onafgebroken te dienen en altijd in zijn naam de zegen uit te spreken. 16
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 23:15.
17
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses 1.Krøn. 23:14-15.
Wat Mozes, de man van God, betreft: zijn zonen Gersom en Eliëzer werden tot de stam van Levi gerekend.
18Gersoms zonen stonden onder leiding van Sebuël 19en Eliëzers enige zoon Rechabja leidde zijn eigen familie, want hij had veel kinderen. 20De zonen van Jishar stonden onder leiding van Selomit. 21De zonen van Chebron werden door Jeria geleid. Onder hem stonden Amarja, Jachaziël en Jekamam. 22De zonen van Uzziël stonden onder leiding van Micha, met als tweede man Jissia.

23De zonen van Merari waren Machli en Musi. De zonen van Machli waren Elazar en Kis. 24Elazar stierf zonder zonen te hebben gekregen en zijn dochters trouwden met hun neven, de zonen van Kis. 25Musiʼs zonen waren Machli, Eder en Jeremot.

26Bij de volkstelling werden alle mannen van de stam van Levi van twintig jaar en ouder gerangschikt onder de namen van deze families en gezinnen. Zij waren allemaal voorbestemd om dienst te doen bij de tempel. 27Want David zei: ‘De Oppermachtige Here van Israël heeft ons vrede gegeven en zal voor altijd in Jeruzalem blijven wonen. 28Nu hoeven de Levieten niet langer de tabernakel en het bijbehorende materiaal van de ene naar de andere plaats te dragen.’ 29Deze telling onder de stam van Levi was een van de laatste dingen die David voor zijn dood deed. 30Het was de taak van de Levieten om de priesters te helpen bij de offerdienst in de tempel, zij fungeerden ook als opzichters en letten nauwkeurig op de bepalingen voor de ceremoniële reinheid. 31Zij zorgden voor de toonbroden, het meel voor de spijsoffers en de ongezuurde broden, de bakplaat en het beslag, en controleerden de gewichten en maten. 32Elke ochtend en avond stonden zij voor de Here om dankliederen te zingen en Hem te prijzen.
Copyright information for NldHTB